dinsdag 16 juni 2009

Het hek van de dam

(zondag 14 juni 2009)

Het was weer een lekker weekje, afgelopen week!
In Rwanda gaan dingen gewoon nooit zoals je verwacht…
Je kan dus maar beter geen verwachtingen hebben van dingen; hebben wij geleerd. Wat dat betreft hebben wij onze draai hier inmiddels wel gevonden. We zien gewoon wel hoe alles gaat en loopt, maar we proberen wel zo goed en zo veel mogelijk te sturen en in te grijpen waar nodig. Zodoende krijg je uiteindelijk toch nog wel dingen gedaan! Ook al gaat het soms wel heel erg ‘op z’n Afrikaans’…

Zo ook deze week!
Het begon allemaal al op maandagochtend. Omar is elk weekend in Kigali (bij zijn vrouw en kind) en komt dan maandagochtend met de bus weer naar Butare. Zoals gewoonlijk zou de driver ons om 8.00 met de projectcar op komen halen, waarna wij rond half 9 Omar in de office zouden treffen, om daarna het veld in te gaan. Iets voor achten komt er echter een smsje van Omar dat we vandaag niet het veld in kunnen en dat de driver ons ook niet op komt halen met de auto. Want, zo luidt het bericht: “er zijn vandaag verkiezingen en dus zijn alle winkels dicht waardoor we geen cement kunnen kopen”… Juist; goed verhaal! Het eindigt met: “ik zie jullie op de office”.
De planning voor vandaag (we zouden cement kopen, een rol gaas halen en dan met de ijzeren palen die in de werkplaats liggen een hek bouwen ter bescherming van onze meteotoren) kan in ieder geval alweer de prullenbak in! Gelukkig zijn wij flexibel, en binnen enkele minuten is er een Plan B opgesteld (niet te verwarren met de prima kroeg in de Voetboogstraat). De hele dag niks doen op de office lijkt ons niet het meest ideale begin van de week, dus we besluiten dan maar een paar samples (watermonsters) te nemen van enkele ‘springs’ (waterbronnen) in de buurt, die we laatst ontdekt hadden met Omar (maar waar toen geen interesse voor was). Wij zijn wel benieuwd naar dat grondwater! En als we dan toch in de buurt zijn kunnen we ook meteen even de diver uitlezen, die in het waterlevelstation bij de rivier staat te meten. Dit alles is op loopafstand van ons huis en in ieder geval een ochtendvullend programma; dan zien we Omar ’s middags op de office wel weer!

Na een smsje hierover aan Omar zoeken wij onze benodigde spullen bij elkaar en maken we aanstalten om te vertrekken. Als we bijna de deur uit zijn belt Omar opeens! Hij is nauwelijks te verstaan (wat wil je in een overvol busje) maar wat we uit zijn verhaal op kunnen maken is dat er verkiezingen voor een nieuwe burgemeester zijn, dat de projectcar + driver toch opeens beschikbaar is en ons NU op komt halen, dat we Omar dan bij de brug naast het waterlevelstation zullen zien, en dat we daarna naar de markt gaan om cement te kopen?!
We doen niet eens ons best om het allemaal te begrijpen…

De communicatieve vaardigheden van een Rwandees zijn namelijk voor een Westerling moeilijk te doorgronden. In één van onze informatieboekjes over Rwanda staat het mooi beschreven:

“In Rwanda is een bekend spreekwoord dat luidt: Akayi mu nda y’ingoma kamenywa n’umwira na nyirayo. Het betekent: wat zich in de buik van de trom bevindt, is slechts gekend door de ritualist en de eigenaar. Waarmee wordt bedoeld: alleen diegene die iets zegt, kent de betekenis van zijn woorden.
Taal in Rwanda wordt niet gebruikt om te communiceren zoals wij in Europa gewend zijn. Integendeel, een Rwandees kan de werkelijkheid weergeven op een manier waarvan westerlingen zouden zeggen dat hij staat te liegen. Een mededeling of een verhaal kan in Rwanda net zoveel zeggen als verbergen. Wat niet gezegd of geschreven wordt, is vaak minstens zo belangrijk als wat wel wordt verkondigd. (…)
Voor een Rwandees is van belang dat zijn of haar belangen niet geschaad worden, maar die van de gesprekspartner evenmin en de relatie tussen hen mag ook niet lijden onder woorden. (…) Een woord hangt in Rwanda niet af van de werkelijkheid en de waarde daarvan, maar van het nut dat ermee samenhangt. Een Rwandees zal nooit zomaar spontaan een antwoord geven op een vraag. Hij of zij vraagt zich altijd eerst af wat er met die vraag bedoeld wordt en waarom die vraag wordt gesteld. (…)
Een Rwandees zal zelden iets beloven. Hij doet wel of hij ja zegt of iets toezegt, maar in werkelijkheid houdt hij vast aan een ander Rwandees spreekwoord: Het feit iets te aanvaarden verhindert niet dat men kan ontkennen wat men wil ontkennen.”
(bron: Rwanda – mensen, politiek, economie, cultuur, milieu – Jeroen Corduwener – Landenreeks (Koninklijk Instituut voor de Tropen & Novib))

Tsja… wat er dan allemaal wel en niet gaat gebeuren vandaag? Zijn de winkels nou wel of niet open? En is de projectcar met driver nou wel of niet beschikbaar? Zekerheidjes zijn er in ieder geval niet; dat is zeker!
We besluiten het Rwandese Lot niet af te wachten. Na een tijdje wachten is er nog steeds geen driver, dus we besluiten dan toch maar gewoon ons eigen plan uit te voeren. Bepakt en bezakt gaan we al lopend op weg naar de eerste spring; daar moeten we in een half uurtje kunnen zijn!
Na een kwartier stevig wandelen stopt er opeens een auto met piepende remmen voor onze neus: jawel, het is de driver in de projectcar. In gebroken Engels (“sorry, sorry, sorry” is zijn favoriete (en enige?) volzin) maakt hij verontschuldigingen over dat we hebben moeten lopen (dat is natuurlijk niks voor een blanke!) en hij ‘dwingt’ ons in te stappen. Onze argumenten dat we er al bijna zijn en ook wel kunnen lopen worden niet gehoord.
Na 100m rijden wordt de auto alweer geparkeerd en we stappen uit. We zijn er! Euhm… we wilden eigenlijk eerst naar de spring en pas daarna deze rivier doen, maar ach wat maakt het uit: dit is ook wel prima!
Wat Omar en de driver allemaal nog telefonisch besproken hebben is ons niet duidelijk. Kennelijk is er besloten dat wij eerst de rivier gaan samplen! Wat ons al wel snel duidelijk wordt is dat Omar in ieder geval nog niet op de brug staat te wachten…

Na het uitlezen van de diver en het samplen van de rivier, proberen we de driver duidelijk te maken dat we nu naar de spring willen en dat we dit het beste lopend kunnen doen. Zo’n spring ligt doorgaans niet pal naast de weg… Aangezien het communiceren met iemand die eigenlijk alleen Kinyarwandees spreekt niet heel gemakkelijk gaat, en de driver alweer aanstalten maakt om de auto voor ons te gaan halen, besluiten we ons plan maar met non-verbale communicatie duidelijk te maken. We keren hem de rug toe en zetten het op een lopen!
Na 5 minuutjes lopen hebben we de spring gevonden en gaan we in de rij van wachtende jerycan-dragende vrouwen en kinderen staan. Nouja, rij?! Geen idee hoe dat hier werkt, maar van een rij lijkt geen sprake en iedereen stopt als het een beetje kan zijn jerycan onder het stroompje water wat uit de berg komt sijpelen. Met onze monsterflesjes, pH-meter en EC-meter komen we er met geduldig wachten in ieder geval niet tussen, dat wordt al snel duidelijk. Dan maar asociaal dat ding eronder steken!
Uiteraard wordt er ruim baan gemaakt voor een blanke. Er was al heel wat bekijks voor onze verschijning, maar nu de meetinstrumenten met spannende cijfertjes uit de tas komen, stromen de toeschouwers echt rijendik om ons heen. Je kunt je de kont niet keren…

Opeens horen we het geluid van een auto, en zien we op de weg bovenlangs de driver met de projectcar voorbij rijden en de auto parkeren. Ongeduldig gaat hij op de motorkap leunen, met de deuren open, en kijkt hij ons wachtend aan. Hij is ons dus verdorie toch achterna gereden en verwacht dat we nu snel klaar zijn! Ach ja, whatever…
Wij gaan rustig door met onze metingen en het vullen van de sampleflesjes. Na de nodige kennismakende gesprekken (“give me money sir”) en een paar Kinyarwandese woorden van onze zijde (die tot grote verbazing en hilariteit bij de vrouwtjes leiden) komen de lieve kindergezichtjes dichterbij. Of ze onze pen mogen? Euhm, nee sorry, vandaag even niet! Die gebruiken we namelijk momenteel om de gemeten waardes op te schrijven. Of ze dan de EC-meter van ons kunnen krijgen?? Euhm, nee! Die is momenteel de kwaliteit van jouw drinkwater aan het meten! Of ze dan onze GPS misschien mogen hebben??? Oohhw, ja, maar natuurlijk!!! Daar hebben we er honderd van… Euhm, hallo?! Zie ik eruit als een oude man met een grijze baard en een rode mijter op mn kop? NEE!
Maar verder zijn de kindjes wel lief, hoor! Echt waar!

Even later horen we de projectcar weer wegrijden, om een kleine 5 minuten later weer terug te keren; dusss…. Opeens staat Omar naast ons! Goeiemorgen! Waar komt die nou opeens vandaan?
Omar vindt het de normaalste zaak van de wereld, en doet meteen alsof het samplen van deze spring ‘part of his programme’ is. Of hij de GPS-coördinaten even mag overschrijven? En wat is de EC precies? En wij maar denken dat hij ook een GPS voor zijn onderzoek had gekregen, en dat de pH-waarde misschien ook wel interessant voor ‘m is… Uiteraard krijgt hij alle gegevens die hij wil hebben.

Nadat het samplen van deze spring is afgerond, beveelt Omar de driver om naar de office te rijden. Wij besluiten nu toch maar meteen in te grijpen, omdat wij nog een spring op het programma hadden staan. Enige literatuurstudie van onze zijde had ons namelijk een bruikbaar artikel uit 2007 van een MSc-student aan de NUR opgeleverd, met daarin o.a. de GPS-coördinaten van nog een andere spring in de buurt. Aangezien we hier goede verhalen over gehoord hebben, en we nu toch in de buurt zijn, willen we deze ook meteen even samplen.
Omar heeft uiteraard geen idee waar het over gaat. Hij zegt de naam van de auteur wel te kennen, maar dat diegene 2 jaar terug op dezelfde faculteit van dezelfde universiteit in hetzelfde gebied een aantal springs heeft onderzocht voor een onderzoek wat warempel ook nog bij hetzelfde (WREM) project hoort? Er gaat een wereld voor hem open! Onze monden vallen dicht…

Gelukkig valt het samplen van deze spring nog wel in het ‘programma’ voor vandaag van Omar te stoppen. Met de exacte coördinaten van de spring in onze GPS dirigeren wij de chauffeur de goede kant op. Deze ochtend hadden wij het voor de zekerheid ook nog even op de kaart gecheckt, dus we weten precies welke kant we op moeten. Tot onze grote verbazing beveelt Omar de driver opeens om te keren en een zijweggetje in te rijden. Hij denk dat de spring in hetzelfde dal moet zijn! Enigszins geïrriteerd maken we Omar nogmaals duidelijk dat wij precies weten waar de spring is, dat onze GPS ons zal leiden, en dat we momenteel nog 5km uit de buurt zijn…
We vervolgen onze weg en gaan de goede kant op! Als we de spring beginnen te naderen beveelt Omar de auto echter te stoppen en vraagt hij aan de dorpelingen of er toevallig ook een spring in de buurt is. Euhm… Omar? Als we deze weg nog een kleine kilometer doorrijden dan zijn we er! Kijk maar op het schermpje van de GPS! Ja, zo’n ding heb jij ook!!!
Hoe we dat weten en of we er dan al eens eerder zijn geweest? Euh, nee Omar! Dit hebben wij in het artikel gevonden waarover wij je net vertelden…

Uiteindelijk weten we de spring te vinden en na het samplen vervolgen we onze weg naar de office. Oh nee, toch niet… eerst moet er natuurlijk geluncht worden! Omar en de 2 blanken worden bij het zelfbedieningsrestaurantje ‘La Reponse’ gedropt en de driver blijft achter. Wij vermoeden dat hij geen geld heeft voor dit ‘dure’ restaurant (80 eurocent voor een complete maaltijd; en je mag je bord zo hoog mogelijk volscheppen als je zelf wilt!) en dat hij tussen de middag naar zijn eigen huis rijdt en daar eet. Althans, dit hebben wij opgevangen uit de zeer regelmatige gesprekken van Omar en dr. Wali over de benzinetank die elke keer toch weer zo leeg is…


In de middag weten we gelukkig nog het cement te regelen (de winkels bleken uiteindelijk alleen ’s ochtends gesloten te zijn) en weten we eindelijk een rol geschikt gaas op de kop te tikken. Hier is trouwens ook nog een hele boeiende zoektocht aan vooraf gegaan:

Het meteorologische station dat wij 2 weken geleden met hulp van Jochen hebben opgebouwd staat in de tuin van een basisschool. Dit geeft natuurlijk wel enige zekerheid wat betreft de veiligheid (in Rwanda heeft ook elke school ’s nachts een bewaker), maar aangezien de verschillende sensoren die in de meteotoren hangen bij elkaar wel een paar mille kosten, in principe iedereen daar kan komen, en geïnteresseerde kinderhandjes al dan niet per ongeluk de nodige onderdelen kunnen slopen/meenemen, hebben wij Omar weten te overtuigen dat het misschien toch de moeite waard is om voor een paar extra tientjes de onderdelen voor een hek te kopen, om daarmee de meteotoren te beschermen.
Hiervoor zijn dus een paar metalen palen (waar we ook een deur van kunnen maken), cement, heel veel ijzerdraad en een goed stuk gaas nodig. Dit laatste bleek echter minder gemakkelijk te krijgen dan gedacht!

Na het maken van enkele schetsjes wisten we dat we zo’n 20m gaas nodig hadden voor het maken van ons hek. In en om de markt in Butare zijn vele winkeltjes met bouwmaterialen, maar geen enkele winkel bleek het beoogde gaas te hebben. Dat wil zeggen: in winkel A zeggen ze dat het gaas net is uitverkocht, maar morgen weer geleverd wordt (wat niet zo blijkt te zijn), in winkel B zeggen ze geen gaas te hebben, maar dat dit wel in winkel C te krijgen is. In winkel C aangekomen blijkt na een half uur dat ook daar geen gaas aanwezig is. In winkel D kan gaas uit Kigali besteld worden… etc. Uiteraard gaan hier ook nog lange prijsonderhandelingen aan vooraf.
Met dit soort zoektochten kun je hele dagdelen vullen, en dat hebben we vorige week dan ook veelvuldig gedaan. Bij gebrek aan gaas zijn we uiteindelijk maar ergens de rivierafvoer gaan meten, maar je moet niet verbaasd op kijken als daar (15 km verderop) Omar opeens verteld wordt door een toevallige passant dat in die ene winkel NU wel gaas te krijgen is…

Na vele kastjes en muren (zonder gaas!) kwamen we uiteindelijk in contact met iemand die in de winkel geen gaas voor ons had, maar bij hem thuis wel een hele grote rol had liggen. Maarliefst 25 meter werd ons beloofd, en het gaas was nog in uitstekende kwaliteit (“zo goed als nieuw, nooit gebruikt, ligt al jaren in de keuken, is nog van een oud vrouwtje geweest” etc. je kent het wel). Aangezien het niet helemaal nieuw meer was, mochten we het voor de helft van de winkelprijs wel hebben!
Met al deze veelbelovende toezeggingen moest Omar dit natuurlijk wel even checken! Wij hadden echter al wel het idee dat er ergens een luchtje aan hing…
Met de auto reden we naar een dorpje in de buurt, en uit een bouwvallig huisje werden maarliefst twee rollen gaas naar buiten gedragen. Nou, wij willen niet weten hoe die keuken er daar uitzag, maar het gaas was bijna doorgeroest en zat vol met kippenveren en heel veel kippenstront. Daar hing inderdaad een luchtje aan…

De twee rollen samen zouden minstens 25 meter lang zijn, werd ons wederom beloofd, maar wij kregen toch wel het gevoel dat dit behoorlijk naar boven was afgerond. Ons idee om het gaas meteen ter plekke uit te rollen om de lengte te checken, werd door Omar weggewuifd. De rollen lagen al achter in de auto, en we moesten eerst terug naar de winkel!
Daar aangekomen werd het ‘kippengaas’ uit de auto gesmeten, en was toch eindelijk het moment daar dat Omar z’n rolmaat te voorschijn haalde en het gaas werd uitgerold. Rutger dacht dat het misschien nog wel net 20 meter kon zijn, maar Harmen hield het op nog geen 15 meter. Het bleken er krap aan 12 te zijn…
Omar was uiteraard teleurgesteld met dit resultaat, en liet het mannetje van de winkel weten geen interesse meer te hebben. Deze was echter al lang tevreden, want hij had gratis en snel zijn rollen gaas naar de winkel laten vervoeren, alwaar hij het nu aan de man kon brengen. Handige jongens, die Rwandezen!


Wie ook handige jongens zijn, zijn de mannetjes van de werkplaats. Hier gaan wij naar toe voor al onze metaalbewerkingsklusjes die we niet zelf kunnen doen, en zij zijn dan ook al eerder op deze blog voorgekomen. Dit keer hadden we ze gevraagd om van de ijzeren palen die we hadden gekocht een deur te lassen, inclusief scharnieren, twee oogjes voor een slot en nog wat gaatjes voor het ijzerdraad waarmee het gaas gespannen wordt. Aangezien de voertaal Kinyarwandees is in de werkplaats, en de gesprekken van Omar met de mannen om de een of andere reden altijd heel erg lang duren, hebben wij de laatste tijd de gewoonte om dan lekker buiten in het zonnetje in het gras rustig af te wachten op wat komen gaat. U mag rustig weten dat dit inmiddels wel een vast onderdeel van onze werkweek is geworden, waar rustig enkele uurtjes aan opgaan. Helaas is het klavertje zeven nog niet gevonden, maar we doen ons best…
Wij hebben het vermoeden dat al deze urenlange conversaties over van alles en nog wat gaan, behalve over de inhoudelijke kant van de zaak. De metaaltechnische uitkomsten zijn namelijk doorgaans teleurstellend. Waar we Omar wel elke keer over horen zijn de keiharde prijsonderhandelingen. Met twee blanken aan zijn zijde, staat Omar dan ook altijd in een moeilijke onderhandelingspositie. Blanken hebben namelijk geld; heel veel geld…En de mannetjes van de werkplaats? Die hebben het naar eigen zeggen altijd druk; heel erg druk…

In de werkplaats is het altijd druk...


Als er voor ons wat gemaakt moet worden, moet hiervoor natuurlijk al het andere werk op zij geschoven worden, dus dit kost extra geld. En oja, als Omar er is, hebben ze ook nooit genoeg geld om eten te kopen, dus eigenlijk willen ze hier ook nog een toeslag voor. “Iemand Fanta geven”, heet zo’n toeslag hier. Dat wil zeggen: de spreekwoordelijke Fanta natuurlijk! Een arme sloeber kun je 50 Rwandese Frank als ‘Fanta’ geven, waarvan hij bijvoorbeeld een klein tussendoortje als een zakje pinda’s of een gepofte maïskolf kan kopen. Iemand met een eenvoudig baantje geef je bijvoorbeeld 500 RWF als ‘Fanta’ waarvan bijvoorbeeld geluncht kan worden. De decaan van de faculteit moet je echter wel 50.000 RWF geven als ‘Fanta’, en Abias had een vergelijkbaar bedrag aan ‘Fanta’ van Omar gekregen als bijdrage in de bekostiging van zijn trouwerij (bijvoorbeeld voor het geven van echte Fanta aan de gasten). En een blanke? Die krijgt geen ‘Fanta’, die geeft natuurlijk alleen maar ‘Fanta’!
Het letterlijke Fanta is hier trouwens de verzamelnaam voor alle softdrinks (Cola, Sinas, etc.). Dat is dus allemaal van hetzelfde laken en pak!

Maar om terug te komen op onze deur: die was een paar dagen later af! Dat wil zeggen: met heel veel las- snij- en boorwerk was er een schitterende deur geconstrueerd. Jammer was alleen dat deze deur gemaakt was van de 4 dikste metalen palen, die eigenlijk bedoeld waren voor het kozijn van de deur en de 3 overige hoekpunten van ons hek… Nu was er dus een constructie gemaakt van een hele grote en zware deur, die met zijn volle gewicht in een kozijn van dunne ijzeren latjes moest hangen. Slim jongens, heel slim!
En het ‘mooiste’ van alles was nog dat de hele constructie voor boven de grond was bedoelt, maar dat er dus geen enkele mogelijkheid was om de metalen palen in de grond te zetten… Terwijl het toch echt de bedoeling was om het geheel zo’n halve meter in de grond te plaatsen en dit vol te storten met beton. Een hek blijft niet uit zichzelf staan! En wij maar denken dat Omar een Bachelor in Civil Engineering had gedaan…

Het duurde uiteraard even voordat wij dit alles aan Omar hadden duidelijk gemaakt (bouwtechnische tekeningen met een schoolkrijtje op de betonnen vloer moesten er aan te pas komen…), maar om vervolgens de mannetjes van de werkplaats te overtuigen dat het toch echt anders moest? Dat was een hels karwij! Je kunt rustig stellen dat het hek van de dam was en dat de rapen gaar waren. Dat wil zeggen: de spreekwoordelijke rapen.

ff een deurtje lassen

Maar goed, uiteindelijk is de deur toch weer aan stukken gezaagd, en kon het hele bouwproces weer op nieuw beginnen. En wij waren weer een paar dagen verder…
Toen uiteindelijk de deur in poging 2 wederom af was, mocht het resultaat er wezen: het zag er goed uit! Dat de beoogde oogjes aan de deur en het kozijn veels te klein waren voor elk willekeurig hangslot, en dat dit dus nog op nieuw gemaakt moest worden, zullen we maar achterwege laten. Je had echter de dodelijke blik van onze ‘hekkensluiter’ moeten zien toen we hem hierop attendeerden…

Zo ging er dus een week voorbij met het vinden van een rol gaas en het maken van een deur. Uiteindelijk, na een paar laatste likjes verf en het boren van enkele vergeten gaatjes, konden echter alle palen en de deur van de werkplaats worden meegenomen.
Goed, dit was dus allemaal vorige week, terug naar deze week!


Nadat we dus op maandag eindelijk een rol gaas hadden gekocht, was dinsdag de grote dag: het hek kon gemaakt worden! Met een volgeladen 4x drive gingen we op pad. Omar had zelfs zijn laptop meegenomen om daarmee de data van de meteotoren uit te lezen! Alles wees er dus op dat het een succesvolle dag zou worden…
Eerst nog even een paar zakken en emmers met grind vullen bij de rivier. Flinke jongens zijn dat, die zakken vol met grind! Gelukkig weten de locals daar wel raad mee; tenger maar beresterk: 1 brok spieren! Waarschijnlijk zouden die het op de Nederlandse markt ook goed doen: 0% vet!

Na een 3 kwartier rijden over de meest onmogelijke hobbelpaden komen we bij onze 2m hoge meteotoren aan (niet te verwarren met de enorme meteotoren van het GIS centrum uit het vorige blogbericht). Uiteraard is er weer veel bekijks, want ja: wat gaan die blanken met al dat materiaal doen? Een grote massa mensen dromt samen rondom de auto, iedereen komt meehelpen uitladen. Het kost ons moeite om naast onze tas zelf ook nog wat andere spullen te tillen. Iedereen grist het materiaal uit de auto en helpt graag een handje mee. Wie weet valt er nog wat te verdienen vandaag!
Harmen weet er echter tussenuit te glippen met een zak van 50 kg cement. Uiteraard wordt hij achterna gerend door enkele locals die natuurlijk vinden dat een blanke dat niet kan dragen. Eigenwijs loopt Harmen door; het tillen van zo’n zak valt niet mee, maar is nog altijd beter te (ver)dragen dan het lijdzaam toe moeten zien hoe alle zwarten (wederom) het werk voor de blanken doen… Die tijden zijn wat ons betreft geweest, jongens!
Ondertussen lachen de kinderen van de basisschool die rare blanke uit; maar ja wat wil je, had Harmen die zak cement ook maar op z’n hoofd moeten tillen!

Na het bepalen van de definitieve afmetingen van het hek, gaat iedereen aan het werk. Rutger besluit een handje te helpen met het graven/hakken van de greppel waar het hek in komt te staan. De grond is echter hard, dus het valt niet mee. Laf lachend van een afstandje kijken de locals (en met name de driver) toe; ze vinden dat het graven anders moet. We verstaan niet wat ze zeggen, maar de boodschap is duidelijk. F*ck it, doe het dan zelf maar!
Het hakbijltje wordt er bij neergelegd, en wij besluiten ons te ontfermen over de deur. Hier moet namelijk ook nog een stuk gaas in, die goed vast moet zitten, maar dan ook nog op een manier waarop de deur straks ook nog dicht kan. Een interessant klusje voor ons! Uiteraard hebben wij hier allerlei gereedschap en tangetjes voor meegenomen. Omar kijkt zijn ogen uit!



‘Helaas’ is het een sterk stuk gaas dat we meegenomen hebben, dus het ombuigen en vastdraaien van alle losse eindjes is een flinke klus! Gestaag vorderen de werkzaamheden, en terwijl wij de eindjes aan elkaar knopen zien we met een kleine glimlach toe hoe de graafploeg zich stukbijt op de harde ondergrond. Dat moet beter kunnen jongens!
Uiteindelijk biedt de geologische hamer hier uitkomst…

Na vele uren zware arbeid kunnen de palen en de deur de grond in, en kan het gaas gespannen worden. Stug ijzer zo strak mogelijk spannen en vastbuigen blijkt een hels karwij, en wij ontdekken dan ook dat het mogelijk is om blaren te krijgen van het vasthouden van een tangetje…

Een slotgracht ter bescherming van de meteotoren


Wij trekken altijd volle zalen (en lege klaslokalen...)

Het beton wordt inmiddels in grote hoeveelheden geproduceerd en in de greppel gegooid, teneinde het hek te stabiliseren. Uiteraard hangt alles er nogal slapjes bij, zo in dat natte beton wat nog wel een paar dagen nodig heeft om goed te drogen. Hier hadden wij in eerste instantie nog wat stabiliserende zijbalkjes voor bedacht, maar helaas hadden wij dezen er in de zware onderhandelingen in de werkplaats van vorige week niet meer doorheen gekregen. Jammer dat Omar daar hier pas achter komt…
Hollanders dat wij zijn, besluiten we dit probleem dan maar zo goed mogelijk op te vangen met scheerlijnen en haringen. Waar kamperen al niet goed voor is!

En terwijl de Afrikaanse zon langzaam achter de heuvels van Burundi verdwijnt, leggen wij de laatste hand aan ons hek. Ruim 8 uur zijn we er mee bezig geweest, maar het resultaat mag er wezen: een prima hekje!
Een zeldzaam lange en succesvolle dag dus, hier in Afrika! Wie had dat nou verwacht, na al die moeizame voorbereidingen! Dat het checken en uitlezen van de meteotoren uiteindelijk niet meer lukt, omdat Omar een laptop met lege accu’s heeft meegenomen, kan onze dag al niet meer stuk maken.

De meteotoren, de regenmeter en de evaporatiepan; veilig achter een hekje


Terwijl de zon achter de heuvels van Burundi verdwijnt


Wat wel stuk zijn, zijn onze handen… Maar met een paar zalfjes en een paar daagjes rust is dat zo weer verholpen. Eeltige knoesten worden het!
Wat echter ook stuk gaat is de auto. Het is al pikkedonker als we terugrijden en met een heuvelige en hobbelige weg van 3 kwartier die we nog af moeten leggen, is het een wonder te noemen dat de auto er pas bij het inrijden van Butare definitief mee ophoudt. Iets met de versnellingsschijf; de laatste heuvel komen we niet meer op. Dan maar de auto parkeren en het laatste stuk lopend naar de office. Handenvol materiaal moet er nog mee, maar dat kan er nog wel bij. Twee blanken in het donker over straat met handenvol emmers en schoppen en pikhouwelen; het levert wederom de nodige verbazing op.


Zonder auto wordt de woensdag dus een dagje op de office. Gelukkig is er nog wel het nodige uit te werken, dus met twee laptops, nieuwe verse koffie en een goed muziekje wordt er de hele dag gewerkt. Tot onze grote verbazing heerst er op de office de opportunistische verwachting dat op donderdag de auto misschien alweer gerepareerd zal zijn. Dat betekent dat we dan weer het veld in kunnen! Peilbuizen installeren stonden eigenlijk ook nog op het programma voor deze week, dus dat zou wel heel mooi zijn!

De eerste verassing komt echter al snel, want Omar deelt mee dat hij vandaag naar Kigali gaat en vrijdagochtend weer terug is. Natuurlijk is dat geen probleem (we kunnen prima alleen met de driver het veld in en dan wat simpele dingen als een discharge meting doen waarbij communicatie met de locals niet direct vereist is), maar het is toch altijd fijn om zoiets onaangekondigd vlak van te voren te horen…
De tweede verassing is het nieuws dat Abias met de projectcar en de driver op donderdag EN vrijdag naar Akagera gaan (dat ligt een paar honderd kilometer de verkeerde kant op). Nu zijn de projectcar + driver voor het gehele WREM project bedoeld, niet alleen voor ons, dus dit behoort gewoon altijd tot de mogelijkheden, maar het is wel weer een onaangename verassing om dit soort dingen de avond van tevoren te moeten vernemen. Ach ja, dingen gaan hier gewoon nooit zoals je verwacht!

Dus ook op donderdag zitten wij de hele dag op een inmiddels vrijwel verlaten office. Tijd voor lange mailtjes dus!
Gelukkig zijn er ook aangename verassingen, zo op z’n tijd! Omar laat vanuit Kigali namelijk weten dat de divers voor het PhD project van Flora (die twee maanden terug, vlak voor onze aankomst, opeens het project (en vermoedelijk ook Rwanda) vaarwel heeft gezegd) eindelijk zijn aangekomen en dat hij ze vrijdagochtend voor ons meeneemt! Dat betekent dus vrijdag een autootje huren en meteen het veld in om eindelijk onze peilbuizen van een diver te voorzien! (onze van de VU meegebrachte divers zijn allemaal al in gebruik). Dan kunnen we eindelijk fatsoenlijk grondwaterstanden meten!

Gesterkt door dit goede nieuws maken wij die avond thuis de lekkerste en grootste bak guacamole ooit! Er gaat zelfs een pepertje uit eigen tuin doorheen (lafjes gejat in het donker, omdat we niet weten of deze plantjes nou voor ons of voor de tuinman/bewaker bedoeld zijn :P)

Een pannetje guaca


Op vrijdagochtend zijn wij na een half uurtje lopen al vroeg in de office, en ook Omar arriveert hier redelijk op tijd. De meegebrachte divers worden door ons gretig uitgepakt en de software geïnstalleerd. Er zijn zelfs enorme rollen roestvrij staaldraad en klemmetjes meegeleverd voor het ophangen van de divers; ideaal! Omar lijkt in dit alles totaal niet geïnteresseerd te zijn, en is in het kamertje hiernaast aan het internetten en houdt zich met subsidieaanvragen bezig. Hij heeft meer geld nodig voor zijn onderzoek!
Wat dat betreft geen verschil met de eerder al gearriveerde automatische regenmeters en alle verschillende apparatuur voor Omars meteotoren… Allemaal interessante meetapparatuur voor je onderzoek, en nog gloedje nieuw ook! Op de VU hebben we dit mooie spul allemaal niet hoor! Wij zouden in zijn situatie meteen alle dozen uitpakken, de handleidingen doorlezen, de software installeren en kijken hoe alles werkt! Of zoals Jochen dat twee weken geleden nog zo mooi verwoorde (na het arriveren van alle dozen voor de meteotoren): “ik zou mijn vrouw bellen dat ik wat later thuis kom en de hele avond overwerken om alles uit te proberen”.
Bij Omar werkt dat echter anders en terwijl wij (wederom) alles uitpakken, checken of het volledig is, kijken hoe alles werkt en uiteindelijk de divers programmeren, begint Omar rustig zijn dag met een bak slappe oploskoffie achter de computer…

Wij zijn inmiddels wel klaar, de handleiding is al 3x doorgelezen, en we wachten op wat komen gaat. “I think we can go” is doorgaans het startsein van Omar als hij klaar is om het veld in te gaan. Er moeten altijd nog wel wat dingetjes gebeuren, en we gaan eigenlijk nooit voor 10.00 het veld in, dus we zijn wel wat gewend. De uren tikken echter weg, en Omar lijkt druk te zijn met van alles en nog wat. Het is al bijna 13.00 als Omar eindelijk de verlossende woorden spreekt: “I think we can go… for lunch”

Wij vragen of we dan nog het veld in gaan vandaag om (eindelijk!) de divers te installeren? Dan komt eindelijk de aap uit de Rwandese mouw: Omar heeft geen geld om een auto te huren vandaag, dus we kunnen beter maandag het veld in gaan!

Weer een typisch voorbeeld van de Rwandese communicatietechnieken… Slecht nieuws wordt gewoon niet gemeld! De hele ochtend niks zeggen en het onderwerp niet ter sprake brengen is voor een Rwandees een betere oplossing dan ‘de gesprekspartner schaden’ met een negatief bericht. En als er dan door ons uiteindelijk naar de waarheid gevist wordt (“waarom gaan we niet het veld in?”) moet je vervolgens zelf het slechte nieuws nog tussen de regels doorlezen (“het is beter om maandag te gaan”) en concluderen dat het er vandaag niet meer van gaat komen.
Uiteraard is het geen optie om de situatie aan het begin van de dag uit te leggen en ons te vragen om wat geld voor te schieten, waarna we gewoon het veld in waren gegaan… We hadden het trouwens ook best zelf willen betalen!
Maar iemand laten weten dat je geld op is, is natuurlijk een soort van ‘zwakte’ en iemand om geld vragen een ‘zonde’, dus kun je maar beter niets zeggen. ”Wat niet gezegd of geschreven wordt, is vaak minstens zo belangrijk als wat wel wordt verkondigd”

Aangezien Omar die middag alweer naar Kigali moet, is er na de lunch geen tijd meer om met hem nog het veld in te gaan. We hangen dus maar weer wat op de office rond die middag. Uiteraard doet internet het op zulke momenten ook niet… Voor iedereen die zich dus afvraagt waarom dit stukje zo vreselijk lang is? Nou, daarom dus!

Om toch nog iets van deze week te maken, en de reeds geprogrammeerde divers zo snel mogelijk hun werk te laten doen, besluiten we om dan zelf maar op zaterdag naar de peilbuizen te lopen. Dan kunnen we ook meteen de 3 peilbuizen, de spring en de rivier samplen, zodat we ’s avonds ook nog wat te doen hebben! Ons huis lijkt trouwens wel een chemie-lab met alle flesjes, buisjes, het titreerpistool, de colorimeter, kleurrijke chemicaliën en ‘powder pillows’ die nodig zijn voor de hydrochemische analyse van onze monsters!

Als wij Omar tijdens de lunch vertellen dat we dan op zaterdag wel zelf naar de peilbuizen lopen om ons ding te doen, kijkt hij ons verbaasd aan. In het weekend met je werk/studie bezig zijn is natuurlijk sowieso ondenkbaar voor ‘family-man’ Omar, maar om dan ook nog eens dat hele eind zonder auto af te leggen? “Onmogelijk” is dan ook de reactie van Omar…

Op zaterdagochtend is echter toch het grote moment daar, en met een tussenstop op de office weten wij in 5 kwartier onze peilbuizen te bereiken. Twee blanken die in de vroege ochtend te voet met een grote rugtas door de velden trekken is natuurlijk een raar gezicht, en de mensen die in het echte (rijst)veld aan het werk zijn kijken ons dan ook verbaasd aan. “Kijk een Bazungu” weergalmt het tussen de heuvels! Het is verbazingwekkend om te zien hoeveel mensen er wel niet in de rijstvelden aan het werk zijn, en die zich nu massaal oprichten en het werk even laten rusten om het wonderlijke schouwspel te aanschouwen.

Wij verwonderen ons ondertussen aan het kleurrijke schouwspel van de vele vogels, vlinders en andere natuur die zich tijdens de wandeling aan ons openbaart. Ook de schrikbarende erosievormen en de enkele zeldzame ontsluitingen van 2 miljard jaar oud, mooi geplooid maar sterk verweerd, metamorf gesteente zijn indrukwekkend. Dat zie je allemaal niet als je met de auto bent! Het is juist heerlijk om te lopen…

2 opmerkingen:

  1. hehe. te lang jongens! je moet ook een engelse samenvatting maken..dit is wie een boek voor mij! knuffel uit mex

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Summary:

    We're having fun and doing well!


    Cheers

    BeantwoordenVerwijderen